Grootste objectieve website voor
 complementaire en alternatieve geneeskunde

IOCOB

Home > Geen categorie > Antroposofie als inspiratiebron

Antroposofie als inspiratiebron

Binnen de geschiedenis van de antroposofie zijn er veel bevlogen mensen te vinden die aanwijzingen van Steiner verder uitwerkten en nieuwe wegen insloegen. We geven hier een leuk stukje geschiedenis weer. De theoretische aspecten van de antroposofische filosofie komen in dit stuk duidelijk tot uitdrukking.

Volkier Bentinck over reductieve massagetherapie en heileuritmie: "Ik zag ineens wat er gedaan moest worden". Op een goede dag zei Ita Wegman tegen hem: "Jij moet masseren". Ze had het met nadruk gezegd. Er was geen ontkomen meer aan. Wanneer Volkier Bentinck over die ontmoeting spreekt is hij nog altijd onder de indruk.

Indertijd (1940-1943) deed hij de euritmieopleiding in Ascona bij dr. Margarethe Bockholt. Inmiddels is hij negentig jaar en spreekt vol vuur over zijn ervaringen en inzichten in de fysiotherapie en heileuritmie. Over zijn privé-inleiding in de massage door Ita Wegman vertelt hij: "Zij heeft mij nooit iets wezenlijks verteld. Ze gaf geen menskundige grondregels. Ze heeft alleen maar gewezen en ik heb gekeken. Het was een beetje wezenloos. Stommetje spelen. Maar ik was geweldig geboeid. Ze heeft geen wijze woorden tot mij gesproken; dat was in mijn geval ook boter aan de galg gesmeerd."

In zijn leven vanuit de antroposofie en in zijn werk als fysiotherapeut en heileuritmist gaat het hem steeds om de fundamenten. Voor hem geen antroposofie als ‘versiering’. De antroposofie, fysiotherapie en heileuritmie, zoals die tientallen jaren later zijn opgepakt, zijn voor hem versiering. Bentinck is er duidelijk over: "Zoals huizen aan de buitenkant met Jugendstilmotieven werden versierd. Als je het Goetheanum (het door Rudolf Steiner ontworpen ‘huis voor de antroposofie’, gebouwd in Zwitserland – red.) bekijkt, dan zie je dat dat vanuit de fundamenten, diep in de grond, al anders is. En niet versierd."

Het boek over de ritmische massage van dr. Hauschka is volgens Bentinck gedateerd en onleesbaar voor deze tijd. "Wanneer je niet jezelf citeert maar een ander en daar je hele verhaal aan probeert op te hangen dan kan dat voor onze tijd niet anders dan blabla zijn. Je mag dit niet meer gebruiken als basis van wat je te vertellen hebt. Je moet het zèlf vinden in de tijd waarin je leeft, ook al sta je nog zo ongelukkig te hakkelen." Merkwaardige zekerheid. Na de dood van Ita Wegman in 1943 ging Bentinck naar Lausanne, waar hij de staatsopleiding voor massage volgde. Aansluitend behaalde hij in Den Haag de Nederlandse bevoegdheid.

Tientallen jaren later, op de maand af dertig jaar nadat Ita Wegman hem had gezegd: "Jij moet masseren", drong het door een ingrijpende ervaring tot hem door dat de ritmische massage van dr. Hauschka anders moest. In Huize Thomas, een dagverblijf voor zwakzinnige kinderen in Rotterdam, kreeg hij een "vreselijk achterlijk" achtjarig jongetje als patiënt. Bentinck: "Dat was net een inktvis wat z’n armen en benen betrof. Die bewogen zo vreselijk langzaam en op een rare, dierlijke manier. Hij kon niet lachen, niet huilen, spreken was er eigenlijk ook niet bij. Hij kwijlde veel. Hij kon wel een beetje lopen." Tijdens het masseren van deze jongen, en op een moreel dieptepunt, vroeg Volkier Bentinck zich af waarom dit jongetje niet stierf. "En ineens" vertelt hij, "klonk er een stem links van mij die me toe siste: "Het heeft toch geen zin". En meteen daarop een andere stem: "Je kunt het niet". En dan weer: "Het heeft geen zin." Van de andere kant: "Je kunt het niet." Ineens zag ik – ik zag niks hoor, maar ik zag het toch – de krachten van opbouw en afbraak in de mens. Fysiologisch. Zo duidelijk, alsof ik het met mijn handen kon aanraken en hanteren. Het was veel duidelijker dan wanneer iemand daar een lange voordracht over had gehouden." In het kwijlende kind zag Volkier Bentinck een veel te sterke aanwezigheid van opbouwkrachten.

Het stikte in zijn eigen opbouwkrachten. Vanuit de inspiratie, het beeld dat hij had gezien, besloot hij tot een andere aanpak. "Met al mijn krachten heb ik op hem getimmerd. Als je de massage goed beheerst kan dat zonder dat je de patiënt pijn doet. Het was een teer jongetje. Hij heeft niet geschreeuwd. Toen ik hem na drie weken, na de derde keer massage, uit z’n groepje wilde halen sprong hij op en wilde mee. Het was een totaal andere jongen geworden. Het meest belangrijke kwam nog: vanaf dat ogenblik zag ik het ook bij andere mensen. Ook hier weer: ik zag niks, maar ik zag het toch… Ik zag ineens wat er gedaan moest worden: bij de één meer de levenskrachten terugsnoeien, reduceren. Bij de ander juist stimuleren. Een heel merkwaardige zekerheid kwam over mij." Door deze gebeurtenis groeide ook een nieuw begrip van de heileuritmie. En dat deed weer zijn inzicht in de massage groeien. Vanaf dat moment besloot hij de dingen op papier te zetten. Het werd een proces van 28 jaar. Iedere ochtend, net opgestaan, wist hij heel duidelijk wat hij moest schrijven. "Maar", zo vertelt hij, "het was een onmogelijke taal. Tijdens die 28 jaar heb ik het alsmaar herschreven totdat ik wist: nu laat het de lezer vrij."

Reduceren

Als fysiotherapeut behandelt hij mensen die lijfelijk uit evenwicht zijn. Het begrip totaliteits- of levenskracht is hierbij zijn uitgangspunt. In een gezonde toestand heerst er in onze lichamelijke basisprocessen een evenwicht tussen de afbrekende krachten van de bovenpool en de opbouwende krachten van de onderpool. Bentinck constateert dat er tussen onze bovenpool (het bewustzijns- of zenuw-zintuigproces dat de lichamelijke basis voor het bewustzijn vormt) en onderpool (het ledematen-stofwisselingsproces dat de fysieke grondslag voor de wilsimpulsen biedt) vaak een ziekmakende rivaliteit heerst. Het middengebied (hart-longgebied, ritmisch systeem) dat overal in het organisme werkzaam is, kan regulerend naar beide polen werken. Wanneer dat ideaal functionerende dynamische evenwicht is verstoord, is er meestal sprake van een tevéél aan krachten van boven- of onderpool. Via de massage werkt hij reducerend op dit teveel aan krachten in en probeert zo te komen tot een herstel van het dynamisch evenwicht. "Je zou kunnen zeggen dat iemand die problemen heeft met inslapen zijn ‘hoofd niet kan afzetten’.

De afbrekende bewustzijnskrachten van de bovenpool, het hoofd, overheersen de opbouwende levenskrachten van de onderpool, de ledematen. In dat geval richt ik de behandeling op het reduceren, het terugsnoeien van de te sterke bewustzijnskrachten. Eerst masseer ik dan het hoofd, zonder dat mijn handen ook maar een millimeter bewegen. Dat is een massage die griezelig sterk werkt! Via deze massage worden de afbrekende krachten vanuit de bovenpool teruggesnoeid; en daardoor wordt de onderpool bevrijd van de overheersing van de bovenpool. Zo kunnen de levenskrachten, die een slapend – bewustzijnsloos – karakter hebben, weer stromen, en is het inslaapprobleem verholpen. Andersom kun je zo, door de benen te masseren, het hoofd bevrijden van teveel slaperigheid." Rudolf Steiner hamerde in zijn heileuritmie-cursus iedere keer op het bezig zijn op basis van een goede diagnose. Bentinck, die tot rond zijn tachtigste voor fysiotherapie en heileuritmie een eigen praktijk had, weet dat het stellen van een diagnose heel moeilijk is.

"Je hebt de diagnose van de arts. Maar artsen lieten de diagnose ook nogal eens aan mij over. Omdat ik het naar hun zeggen vanuit mijn ervaring vaak beter wist. De moeilijkheid bij het stellen van een diagnose is dat je te maken hebt met indirecte verschijnselen, die het gevolg zijn van andere verschijnselen, en met directe verschijnselen, die wezenlijk zijn." Als hij er helemaal niet meer uitkwam vroeg hij zijn patiënten wat ze droomden. En dat bleek een feilloze diagnose op te leveren. Bentinck vertelt dat hij probeerde elke psychologische inbreng bij de droombeelden van zijn patiënten uit te sluiten. Hij ziet die dromen als beelden van fysiologische veranderingen. "Dat hele droomleven speelt zich af onder een heel dikke laag beton. Ons zichtbare leven speelt zich boven die betonlaag af.

Een voorbeeld: In zijn bewuste leven is een mens bijvoorbeeld een man. Die man kent Sientje. Boven die betonvloer is het zic
htbare leven waarin hij met Sientje omgaat. Dan droomt hij over haar. Die laag waar dan die droom optreedt is de laag onder het beton. Daaronder is weer een heel dikke laag beton. Als je daaronder gaat is het niet meer Sientje waar het in zijn droom over gaat, maar dan gaat het over wat zich lijfelijk in het beeld van Sientje vertaalt. Meestal is dat dan de stofwisseling die zich vertaalt. Als Sientje aardig is in de droom dan betekent het, onder die betonlaag, dat de stofwisselingsprocessen prima in orde zijn. Is ze een kreng voor jou, dan heb je buikpijn of iets dergelijks. Het is allemaal lijfelijk. De droom zegt het heel precies." Het wezenlijke in Bentincks reductieve massage en heileuritmie is dat ze erop gericht zijn de levenskracht van de patiënt tot geneeskracht om te vormen. Het karakteristieke van de levenskracht is dat deze er steeds naar streeft een totaliteit, een geheel te vormen. Ons lichaam bijvoorbeeld, is een totaliteit.

"Totaliteit kleedt zich vaak in jasjes, zoals bijvoorbeeld in het jasje van de gewoonte. De gewoonte maakt van dat wat ik gisteren, vandaag en morgen doe één geheel. Dat is een uiting van levenskracht, zoals het geheugen dat ook is. In het geheugen herinner ik mij dingen van gisteren, terwijl het nu vandaag is. Vandaag en gisteren maak ik in mijn geheugen tot een eenheid. Een beweging kan ook een totaliteit zijn. Bijvoorbeeld de nabootsende bewegingen die een klein kind maakt. Het kind wil, zonder het zelf te weten, net zo zijn als dat wat het nabootst. Die drang zit een laag dieper dan het wakende bewustzijn, dat bij een kleuter, die als het ware zelf in de levenskrachten ondergedompeld is, natuurlijk nog niet zo sterk aanwezig is." "Gewoonte is alles wat voortduurt. Ook een (voortdurend) ziekelijk orgaanproces of een (voortdurend) ziekelijke verhouding tussen de polen, of de gewoonte van de benen om dik te blijven, kun je zo noemen en bestrijden." Wanneer de therapeut uitingen van levenskracht reduceert, zijn we geneigd te denken dat hij daarmee ook die levenskrachten vermindert. Maar dat is volgens Bentinck juist precies omgekeerd: "Met het reduceren van die uitingen van levenskracht regenereer je de eraan ten grondslag liggende levenskracht."

In zijn boek "Medische massagetherapie" illustreert hij dit aan het voorbeeld van de roos: "Van de roos snoeit de tuinman de zichtbare uitingen van haar onzichtbaar totaliteits- of levensbeginsel. En wèl juist dán, wanneer in het voorjaar haar gewoonte, die eveneens een uiting van dat beginsel is, zich in het uitbotten het meest doet gelden. Daardoor kan haar levensbeginsel-zelf geregenereerd worden en de roos, ondanks deze ingrijpende behandeling, of beter gezegd, juist daardoor des te uitbundiger groeien en bloeien!" Ook in de praktijk van Bentinck’s massage gaat het om een terugsnoeien van fysieke levensuitingen. Bij alle oefeningen in de heileuritmie gaat het ook steeds weer om het kappen van een ziekelijke totaliteit om de levenskrachten zelf aan te spreken. In de heileuritmische cursus, zo haalt Bentinck op, commandeerde Rudolf Steiner de euritmisten na iedere ‘A’ heel streng: "zurück!". Die ‘A’-klank heeft de neiging een totaliteit te vormen, proef maar eens wat de ‘A’ doet in de woorden ‘Amsterdam’ of ‘Alida’. Daarom moet in de heileuritmie de beweging van de ‘A’ gekapt worden. "Dat is het wezenlijke," zegt Bentinck: "ook hier het streng terugnemen van de beweging." Zowel in de door Bentinck beoefende massage als in Steiners euritmie is het belangrijkste dat er iets niét gebeurt. Zo probeert hij te werken aan het fundamente, de levenskrachten die de basis voor onze gezondheid zijn.

Ooit hoorde hij Ita Wegman, aan het einde van haar massage van de wervelkolom van een kind, zeggen: "Das regt das Ich an" (dat stimuleert het ik). Tot op de dag van vandaag weet hij niet wat ze daarmee eigenlijk bedoelde. Met zijn reducerende therapie werkt hij er misschien zelf aan mee. Voor Volkier Bentinck is het het belangrijkste om uit dat "hele grote brood van de antroposofie een heel klein kruimeltje mee te nemen."

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Evenwicht, tijdschrift over gezondheid en ziekte vanuit de antroposofie, jrg.4, nr. 1, januari 2003

Bronnen

Volkier Bentinck – Medische massagetherapie ISBN 90-73310-22-9

Volkier Bentinck – Het ‘bijzondere’ van Rudolf Steiners euritmietherapie ISBN 90-73310-21-0

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.