Orgaanpreparaten bij kanker
Binnen de alternatieve behandelingsmogelijkheden van kanker worden soms ook orgaan preparaten aangeboden. Dat zijn dan preparaten, meestal van Duitse origine, die bestaan uit extracten van organen, meestal de thymus of de milt. Omdat vooral in Duitsland met dat soort preparaten ervaring opgebouwd is, geven we een korten bespreking van een onderzoek naar de werking en de veiligheid van die preparaten door een Duitse onderzoeksgroep. Het artikel had als titel: Unkonventionelle Heilmethoden in der Onkologie—Was gibt es Neues? (Der Gynäkologe:10.1007/s00129-003-1374-x)Het idee om extracten van de thymus en de milt toe te dienen aan patienten met kanker berust op het feit dat er zelden metastases gevonden worden in deze organen. "Aus der Beobachtung, dass bei Tumorpatienten selten eine Metastasierung in Thymus oder Milz vorkommt und diese Organe eine wichtige Rolle in der Immunabwehr spielen, postulierte man sehr früh eine Wirksamkeit von Extrakten dieser Organe."
De thymus behandeling ontstond rond 1940 toen de Zweedse arts Dr. Sandberg vermelde dat hij rond 150.000 patienten met kanker behandeld had en daarmee 70% succes scoorde. Voorts is er het argument dat de functie van de thymus bij ouder worden afneemt, terwijl de kans op kanker toeneemt.
Er zijn verschillende soorten thymuspreparaten op de markt, poeder, orgaanextracten en bepaalde fracties van die extracten:
Grundsätzlich unterscheidet man folgende Zubereitungsformen:– Thymus-Pulver,– Vollthymusextrakte (wässrig, rosafarbener Extrakt, chemisch nicht definiert, enthalten zahlreiche Makromoleküle),– Teilextrakte (Makromoleküle zur Vermeidung immunologischer Nebenwirkungen weitgehend eliminiert) und– definierte Peptide (Facteur thymique sérique, Thymopentin, Thymosin alpha 1).
Maar er zijn vrijwel geen studies gedaan naar de veiligheid en effectiviteit van deze extracten. Delen van de preparaten lijken in heel kleine studies wel wat te doen, maar meer modernere middelen, die regulier zijn, werken vermoedelijk beter:
Die Inhaltsstoffe Thymopentin (TP-5) und Thymopoietin haben in einzelnen Untersuchungen durchaus Wirksamkeit gezeigt. Eine kleine Studie ergab, dass Patientinnen mit Brustkrebs unter CMF-Chemotherapie und Thymostimulinbehandlung eine signifikant geringere Myelotoxizität aufweisen [22], doch sind sie in der Prävention febriler Episoden unter Chemotherapie der Behandlung einer febrilen Neutropenie mit Granulozyten-Colony-Stimulating-Factors (G-CSF) deutlich unterlegen [15].
Het probleem van BSE is ook lastig bij dit soort preparaten. In het volgende citaat een paar details over Duitse producten van thymus en milt:
Unlängst vorgestellt wurde Kimun®, eine Kapsel mit verschiedenen Aminosäuren, die aber auch Thymopentin (TP-5) und Thymopoietin für die Immunstimulation enthält.
Unter Berücksichtigung immunologischer Therapiestudien beim Nierenzellkarzinom und metastasierten Melanom, die Dosierungen von 50 mg/Tag und 1-2 g/Tag verwendeten, erscheint die Thymopentindosis in Kimun® (0,2 mg) deutlich zu niedrig gewählt [10, 7].
Im Hinblick auf Milzpräparate sieht die Situation ähnlich aus. Hier konnte Splenopentin als wirksamer Immunmodulator identifiziert werden, dessen klinische Bedeutung aufgrund fehlender Studien zzt. kaum beurteilt werden kann [37].
Kürzlich wurden die Ergebnisse einer Studie zum Factor AF2 vorgestellt. Hierbei handelt es sich um eine standardisierte Fraktion von Peptiden mit einem Molekulargewicht unter 10.000 Dalton, die aus Leber und Milz gewonnen werden.
Die Studie zum komplementären Einsatz von Factor AF2 unter Chemotherapie von Urothelkarzinomen ergab eine etwas geringere Toxizität unter Factor-AF2-Therapie. Unterschiede bezüglich der Therapieerfolge ließen sich nicht nachweisen [25].
Beoordeling
Samenvattend zijn er geen bewijzen dat dit soort preparaten zinvol zijn en zeker niet dat de middelen binnen de dagelijkse praktijk een plaats hebben:
So ist zusammenzufassen, dass auch im Hinblick auf Organpräparate keine Empfehlungen für deren routinemäßigen Einsatz gegeben werden können.
Vandaar een rood-oranje stoplicht. Enkele kleine aanwijzingen dat er werkzaamheid zou kunnen zijn, geen duidelijkheid over de veiligheid en de kans op BSE.
Literatuur
-Endorphin und Zytokinfreisetzung bei Mammakarzinompatientinnen. Dtsch Zschr Onkol 26: 103–107